Het leek erop dat alle actie in de wedstrijd tegen FC Groningen bewaard was voor het laatste kwartier. Pas toen gebeurde er namelijk ineens van alles voor beide doelen.
Eerst werd een doelpunt van N.E.C. afgekeurd (Dario Dumic zou op zijn tegenstander geleund hebben bij een rake kopbal), een minuut later maakte Groningen de 0-1 en weer een paar minuten later tekende Ferdi Kadioglu voor de 1-1. Hij deed dat na voorbereidend werk van een andere invaller, Quincy Owusu-Abeyie. “Dan maak je inderdaad toch nog de 1-1 nadat je eerst achter komt te staan. Ik denk dan ook dat we eigenlijk best tevreden kunnen zijn met dit punt, want als ik eerlijk ben dan moet ik zeggen: het zag er vandaag niet uit”, aldus Owusu-Abeyie, die het met een korte invalbeurt moest doen. “Natuurlijk wil elke speler het liefste in de basis staan, maar als ik inval dan doe ik gewoon mijn uiterste best in belang van het team. We doen het met zijn allen, dat is het belangrijkste.”
Met zijn dribbel door het hart van de Groningse defensie was Owusu-Abeyie inderdaad belangrijk bij de 1-1: “Dat is prettig. Ik wil toch gewoon laten zien dat ik voor het team belangrijk kan zijn, of ik nou in de basis sta of inval. We hebben ook vertrouwen in elkaar. Als een speler wordt gewisseld, dan zie je en merk je dat het team ook tevreden is met de invaller. De sfeer is heel goed.”
Waar Owusu-Abeyie binnen de lijnen belangrijk was, is hij dat voor zijn jonge teamgenoten ook buiten de lijnen, zo is vaak te horen. “Nou, ik ben niet echt een speler die heel luid aanwezig is in de groep, maar ik probeer gewoon mijn medespelers te helpen waar ik dat kan. Of dat nou in de kleedkamer of op het veld is. Corrigeren, advies geven, vertellen over dingen die ik heb meegemaakt. Ik doe het op mijn manier en als dat dan goed neerkomt bij een jonge speler, dan ben ik daar blij om. Ik ben hier sowieso blij. Als ik niet speel, dan ben ik blij voor de jongens die wel spelen. Als een jonge speler als Rayhi in de basis staat en na vijf minuten scoort, dan kan ik daar van genieten. Een jongen als Ferdi, ik vind het écht mooi. Uiteindelijk zijn we gewoon één team. Ik heb het naar mijn zin en heb veel plezier in het voetballen. Ik geniet binnen en buiten het veld en heb echt niks te klagen. Alleen een driepunter zou wel een keer fijn zijn, maar dat gaat ook goed komen.”
Eerst werd een doelpunt van N.E.C. afgekeurd (Dario Dumic zou op zijn tegenstander geleund hebben bij een rake kopbal), een minuut later maakte Groningen de 0-1 en weer een paar minuten later tekende Ferdi Kadioglu voor de 1-1. Hij deed dat na voorbereidend werk van een andere invaller, Quincy Owusu-Abeyie. “Dan maak je inderdaad toch nog de 1-1 nadat je eerst achter komt te staan. Ik denk dan ook dat we eigenlijk best tevreden kunnen zijn met dit punt, want als ik eerlijk ben dan moet ik zeggen: het zag er vandaag niet uit”, aldus Owusu-Abeyie, die het met een korte invalbeurt moest doen. “Natuurlijk wil elke speler het liefste in de basis staan, maar als ik inval dan doe ik gewoon mijn uiterste best in belang van het team. We doen het met zijn allen, dat is het belangrijkste.”
Met zijn dribbel door het hart van de Groningse defensie was Owusu-Abeyie inderdaad belangrijk bij de 1-1: “Dat is prettig. Ik wil toch gewoon laten zien dat ik voor het team belangrijk kan zijn, of ik nou in de basis sta of inval. We hebben ook vertrouwen in elkaar. Als een speler wordt gewisseld, dan zie je en merk je dat het team ook tevreden is met de invaller. De sfeer is heel goed.”
Waar Owusu-Abeyie binnen de lijnen belangrijk was, is hij dat voor zijn jonge teamgenoten ook buiten de lijnen, zo is vaak te horen. “Nou, ik ben niet echt een speler die heel luid aanwezig is in de groep, maar ik probeer gewoon mijn medespelers te helpen waar ik dat kan. Of dat nou in de kleedkamer of op het veld is. Corrigeren, advies geven, vertellen over dingen die ik heb meegemaakt. Ik doe het op mijn manier en als dat dan goed neerkomt bij een jonge speler, dan ben ik daar blij om. Ik ben hier sowieso blij. Als ik niet speel, dan ben ik blij voor de jongens die wel spelen. Als een jonge speler als Rayhi in de basis staat en na vijf minuten scoort, dan kan ik daar van genieten. Een jongen als Ferdi, ik vind het écht mooi. Uiteindelijk zijn we gewoon één team. Ik heb het naar mijn zin en heb veel plezier in het voetballen. Ik geniet binnen en buiten het veld en heb echt niks te klagen. Alleen een driepunter zou wel een keer fijn zijn, maar dat gaat ook goed komen.”
