NIEUWS

Mark Otten: “Met intensiteit en teamspirit terug naar boven” 

datum icoon 09-10-2020
readtime icoon 6 min leestijd

Sinds juli 2020 is Mark Otten werkzaam bij N.E.C. als trainer van het onder-21 team. In het verleden speelde hij zelf ook in de jeugd van N.E.C. en groeide toen door naar het eerste elftal van de Nijmeegse club. Na zijn carrière als profvoetballer is hij jeugdtrainer geworden en is via verschillende teams doorgegroeid naar waar hij nu staat. We spraken hem over zijn baan, het verschil tussen het voetbal van nu en dat van vroeger, spelers die nu in het eerste elftal spelen en zijn toekomstplannen. 

‘’Ik ben al vrij jong in dit vak beland, al snel merkte ik dat het me vrij natuurlijk afging en dit is nu al mijn vijfde jaar als fulltime trainer’’, vertelt de 35-jarige coach. In deze vijf jaar heeft hij al verschillende teams getraind: ‘’Na één jaar N.E.C. O15 ging ik naar Feyenoord, om daar het onder-15 team te trainen. Het seizoen daarna ben ook weer teruggekeerd bij N.E.C. en heb toen kort het onder-17 team getraind en vervolgens het onder-19 team. Vervolgens ben ik weer doorgeschoven naar de onder-21. Mijn ambitie ligt bij de oudere leeftijden, dus vandaar dat ik steeds de mogelijkheid om een oudere groep te mogen trainen met beide handen heb aangegrepen.’’ 

‘’Mijn voornaamste rol bij het coachen van het team is het uitdragen van de visie van N.E.C. In de Nijmeegse opleiding staat de persoon centraal. We focussen ons op het ontwikkelen van sterke persoonlijkheden, daar zijn wij onderscheidend in ten opzichte van andere opleidingen’’, legt Otten uit. ‘’Elke speler heeft een andere persoonlijkheid en dus aanpak nodig, daar ben ik medeverantwoordelijk voor. Belangrijk voor mij is om een goede sfeer en cultuur te creëren binnen het team, daarin kan iedereen zich het beste ontwikkelen’’, vervolgt hij. 

‘’Veeleisend, communicatief, professioneel, doelgericht en heel kritisch, dat is hoe ik mezelf als trainer omschrijf. Ik weet altijd goed waar we heen willen met het team en zal er dan alles aan doen om dit zo goed mogelijk uit te dragen. Mijn valkuil hierin is wel dat ik erg perfectionistisch kan zijn, daar moet ik soms wel mee uitkijken richting de spelers’’, vertelt de ex-profvoetballer. De voormalig verdediger herkent dit ook uit zijn tijd als voetballer: ‘’Als speler was ik ook zo, altijd kritisch op mezelf, nog wel meer dan op mijn spelers nu. Kritisch zijn is natuurlijk niet echt negatief, maar ik weet wel dat ik daarmee moet uitkijken richting anderen, hoe ik het overbreng op de spelers bijvoorbeeld.’’ 

Mark Otten loopt al heel wat jaren rond op De Goffert en in zo een lange tijd verandert er nog wel eens wat. “De academie is op een heel ander niveau dan voorheen, nu is iedereen een stuk intensiever bezig met de ontwikkeling van de spelers. Het is nu een volledige opleiding met veel fulltime mensen in dienst. Dat was in mijn tijd nog niet. We trainen nu vijf keer per week, voor corona zelfs zeven keer, maar vroeger was dat maar vier keer”, aldus Otten. Er wordt niet alleen vaker getraind, maar ook de wijze van beïnvloeding is veranderd. Hij legt uit: “Bij elke speler probeer ik iets te ontdekken waarin ik een stukje van mezelf kan herkennen om te verbinden met de speler en zijn motivatie. Door middel van persoonlijke gesprekken probeer ik hierachter te komen. Je ziet in alle jonge ambitieuze mensen een bepaalde honger en ambitie, bij sommige is dat heel zichtbaar en bij de ander moet je wat meer op zoek. In mijn tijd ging je na training gewoon naar huis, een gesprek met de trainer was zeer zeldzaam.” 

Ervaring is één van de middelen die trainers vrijwel allemaal bezitten. “We hebben allemaal ons rugzakje wat langzaamaan gevuld wordt tijdens je leven, met dingen die je leert en die je meeneemt. Dat rugzakje heb ik hier opgebouwd, dus ik weet wat de spelers hier meemaken en daar gebruik ik wel eens iets uit”, aldus Mark Otten. Hij weet zijn spelers ook voor te bereiden op wat er eventueel komen gaat: “Ik weet hoe het is om voor N.E.C. te spelen, ik weet wat het publiek verwacht en waar je tegenaan loopt. Ik bereid spelers erop voor hoe lekker het kan zijn als het goed loopt en hoe kritisch het kan gaan als het niet goed gaat.” 

De trainer van de O21 schetst ook een beeld over zijn invloed: “Ik heb uiteindelijk weinig invloed op wie er de kans krijgt in het eerste, dat is namelijk van veel factoren afhankelijk. Daarentegen heb ik wel 100 procent invloed op de spelers zelf. Ik heb volledige invloed op wat ik met een speler kan, dus ik probeer mijn spelers met mijn eigen handelen te beïnvloeden. Dat is dus waar ik me op focus. De keuze die iemand maakt tussen N.E.C. 1 of iets anders ligt daarna niet bij mij, maar binnen iets wat ik niet kan beïnvloeden. Wanneer een speler een weloverwogen keuze maakt, ben ik daar enorm trots op.” In de ogen van Otten staat de persoon centraal, niet de prestatie. Dit is ook iets wat hij voor ogen houdt wanneer hij naar de toekomst kijkt. 

Met opportunisme kijkt Mark Otten vooruit. Hij vertelt: “Ik zie dat we een brug aan het bouwen zijn. We zijn bezig om de Voetbalacademie en N.E.C. nog meer één organisatie te laten zijn. Ik hoop daar heel erg aan bij te dragen, zowel nu als in de toekomst. Ik verwacht dat ikzelf, de academie en de club zich zullen blijven ontwikkelen. Ik hoop dat N.E.C. weer stappen gaat maken naar het podium waar we horen, namelijk de Eredivisie.” Otten wijst daarbij naar een belangrijke verandering: “We zijn bezig met een zichtbaar en herkenbaar elftal, dat is naar mijn mening één van de belangrijkste punten voor een club als N.E.C. Uiteindelijk wint intensiteit en teamspirit altijd van tactiek en kwaliteit. Dat past volgens mij ook het best bij N.E.C.” 

Over zijn eigen toekomst is Mark erg duidelijk: “Ik kan wel heel veel willen, maar er valt niets te plannen. Dat is iets wat ik de afgelopen jaren wel geleerd heb. Ik wil zeker ooit hoofdtrainer worden. Daarentegen als het voor N.E.C. goed is dat ik nog vijf jaar bij de academie blijf dan zal ik dat ook doen. Ik wil dat het N.E.C. goed gaat en ik hoop dat ik daaraan kan blijven bijdragen. Je hebt ook te maken met de wet van verminderde meeropbrengst. In het begin gaat ontwikkeling heel snel en nu zit het hem meer in de details en dingen die lastiger te verbeteren zijn. Zolang ik in een inspirerende omgeving werk en het gevoel heb dat ik kan bijdragen, maakt het me minder uit wat het me brengt en zal de tijd leren waar ik terecht kom.”