1930

Periode 1930-1940

Na de teleurstelling van het tweemaal op rij niet behalen van promotie naar de Eerste Klasse werd voor het seizoen 1930-1931 een nieuw bestuur aangesteld. Wederom schopte N.E.C. het tot de promotiewedstrijden en, ongelofelijk maar waar, wederom werd er verloren. Wanneer N.E.C. in 1933-1934 eens te meer het kampioenschap in de Tweede Klasse behaalt maar wederom niet in staat blijkt om de promotiewedstrijden te overleven, begint de uitspraak ‘Nooit Eerste Classer’ toch wel akelig veel weg te krijgen van de werkelijkheid.

We schrijven 1935-1936 wanneer N.E.C. van deze spottende benaming af weet te geraken. Na een serie spannende promotiewedstrijden volgde de beslissingswedstrijd in en tegen Borne. N.E.C. zegevierde met 0-2 en mocht zich op 28 juni 1936 voor het eerst in haar bestaan, en na vele gestrande pogingen, een Eersteklasser noemen.

De eerste twee seizoenen in de Eerste Klasse kunnen geschaard worden onder ‘alle begin is moeilijk’, getuige de voorlaatste en twee-na-laatste plaats die destijds behaald werden. Het derde seizoen werd echter het seizoen van de omgekeerde wereld: N.E.C. werd kampioen van de Eerste Klasse en zodoende mochten de rood-groen-zwarten zich mengen in de strijd om de landstitel. Hierin kroonde Ajax zich tot landskampioen, maar N.E.C. boekte een enorm succes door als nummer drie van Nederland te eindigen. Tussen alle festiviteiten en positieve ontwikkelingen door werd N.E.C. nog wel opgeschrikt door vervelend nieuws omtrent een van haar oprichters: Anton Kuijpers had, veel te vroeg, het leven moeten laten.

Gelijktijdig met alle teleurstellingen én successen die N.E.C. in de jaren dertig op haar veld aan de Hazenkampseweg beleefde, was er enkele honderden meters verderop een heel ander proces in volle gang. Duizenden werklozen Nijmegenaren waren hier in de weer met het uitgraven en bouwen van het Goffertstadion, dat op 8 juli 1939 werd geopend. Zowel N.E.C. als Quick werden benaderd om de vaste bespeler van het stadion te worden, maar beide clubs weigerden wegens het feit dat zij dan huur moesten betalen en al over een accommodatie beschikten.